De samenleving is onbestuurbaar geworden
Jaap Voigt
Publicatie
14.05.2021
Leesduur
3 min
We leven nu in het begin van mei van 2021. De coronacrisis is meer dan een jaar aan de gang. Het lijkt alsof er steeds meer versoepelingen komen. Het lijkt alsof we richting het eind van de tunnel gaan waar licht zit. Maar is dat nu zo of is dat niet zo? Het is deze vraag die voor mij heel groot is. En als ik vanuit deze actuele vraag iets afstand neem, iets meer ruimte creëer in mezelf, dan vind ik deze dagen dat de onbestuurbaarheid van de verschillende processen zichtbaar wordt en steeds groter.
Het onbestuurbare, het niet-weten, dat vanuit het collectief eigenlijk geen richting meer krijgen, het hele principe van de democratie, we weten het niet meer.
Jaap Voigt
Onder de naam de Onderstroom ontwikkelen we podcasts en longreads waarin we reflecteren op wie wij zijn als mens, en hoe we ons verhouden tot de natuur en tot de samenleving. Onderdeel van deze inhoudelijke stroom aan podcasts en longreads zijn gesprekken met bijvoorbeeld Jaap Voigt en Matthijs Schouten; mensen met wie we al jaren nauw samenwerken.
In deze aflevering geeft Jaap Voigt zijn beschouwing op de tijd. In zijn visie zijn nu onbestuurbaarheid, het gebrek aan saamhorigheid en het samenbrengen van unieke kwaliteiten aan de orde. Wat houdt er van om te gebeuren als jij binnenkomt? En hoe brengen we dat palet aan kwaliteiten van diverse mensen nu wezenlijk samen?
Richting het eind of niet?
We leven nu in het begin van mei van 2021. De coronacrisis is meer dan een jaar aan de gang. Het lijkt alsof er steeds meer versoepelingen komen. Het lijkt alsof we richting het eind van de tunnel gaan waar licht zit. Maar is dat nu zo of is dat niet zo?
Het is deze vraag die voor mij heel groot is. En als ik vanuit deze actuele vraag iets afstand neem, iets meer ruimte creëer in mezelf, dan vind ik deze dagen dat de onbestuurbaarheid van de verschillende processen zichtbaar wordt en steeds groter.
Onbestuurbaarheid
Die onbestuurbaarheid is bijvoorbeeld in de politiek aanwezig. Er is nog geen begin van de formatie. En hoe dit werkelijk verder moet, weet niemand. Misschien zijn we er inmiddels aan gewend, maar het betekent heel veel. Het betekent dat een land alleen de lopende zaken lopend houdt. Het betekent dat er geen nieuwe visies kunnen komen, want iedereen wacht totdat er een nieuw bestuur is. En is dat nieuwe bestuur nu waar iedereen werkelijk op zit te wachten of is het alleen de voortzetting van iets dat ook al oud is? ‘We weten het niet.’ Onbestuurbaar.
Sinds de start van de coronacrisis is het enkele weken geleden voor het eerst geweest dat het kabinet een andere route koos dan het advies van de experts. Zij adviseerden namelijk om versoepelingen nog niet door te voeren. Daarvoor beweerde het kabinet bij hoog en bij laag het advies van de experts altijd te volgen. Het kabinet lijkt gezwicht voor de publieke opinie, die er, al dan niet terecht, genoeg van heeft. Zijn ze ‘flink’ gaan doen door te zeggen ‘Wij gaan een risico nemen?’. Kunnen ze dat? Of kunnen ze dat niet?
Persoonlijk vind ik het meer een kwestie van onbestuurbaarheid, dan dat ik het een kwestie van moed vind. Je waait met de winden mee. Als deze wind sterker wordt, dan doe je dit. En als die wind sterker wordt, dan doe je dat. Terwijl de coronacijfers in die periode omhoog zijn gegaan. En terwijl het er internationaal met India en Brazilië niet goed uitziet. Waar staan we nu? Betekent dit dat het nog heel lang gaat duren? Ook hier in Nederland?
Het onbestuurbare, het niet-weten, dat vanuit het collectief eigenlijk geen richting meer krijgen, het hele principe van de democratie, we weten het niet meer. Er is een polarisatie aan de gang die ongeveer 50 : 50 aan het worden is. Ook in Nederland. Rechts, links, arm, rijk. Het gat wordt steeds groter. En in dat gat speelt onbestuurbaarheid een rol.
De vraag is nu hoe we ons moeten verhouden tot onbestuurbaarheid, waarvan ik denk dat die steeds groter zal worden. Door de zomer heen. Mogelijk dat het tijdelijk wordt vergoelijkt, omdat we even met vakantie kunnen of omdat de terrassen wat meer open kunnen. Maar ze kunnen ook zomaar weer dicht. En als je in die beweging terechtkomt. Dan wordt ook het laatste beetje vertrouwen geschaad.
Besef van samenzijn en saamhorigheid
Wat er in ieder geval gaat gebeuren, is dat we op onszelf als mensheid worden teruggeworpen. En dat we eigenlijk niet meer weten wat waarheid is. Dat we niet meer weten wat een richting is. Dat we het besef van samenzijn, het cement van saamhorigheid, kwijtraken. Het cement van saamhorigheid is door het individualisatieproces van de afgelopen 20 jaar nauwelijks nog over. Saamhorigheid is heel kortstondig geworden. ‘Als je even bij elkaar bent.’
Voor mij persoonlijk is een voorbeeld van die zogenaamde saamhorigheid, dat de mensen van het Museumplein naar het Vondelpark komen. Dat ik bij ‘mijn ingang’ het Vondelpark niet meer in kan, omdat het al een aantal weken dicht is. Dus ik sta er nu af en toe voor en dan zie ik heel erg veel mensen, die overigens een onvoorstelbare troep achterlaten.
Die mensen staan plezierig te doen en hebben het leuk. Ik kan daar kwaad over worden, omdat ik het hek niet door kan. Maar op een goed moment merkte ik dat het omdraaide en ik dacht ‘Ik kijk naar mensen die eigenlijk allemaal verdrietig zijn’. En toen ik dat door me door liet dringen, stelde ik me voor ‘Stel je voor dat deze mensen, die gewoon op hun plek kunnen blijven staan, nu even hun bierflesje laten zakken en met elkaar een half uur of 45 minuten praten over de vraag ‘Wat heeft jouw verdriet gedaan het afgelopen half jaar?’. Gewoon praten, met elkaar uitwisselen, zonder oplossing. Volgens mij zijn dergelijke dingen aan de orde, maar het gebeurt niet. We hebben geen cement meer om dat te doen.
Teruggeworpen worden op ons mens-zijn
Dirk de Wachter, een psychiater in België, zegt dat er geen tijd meer is voor verdriet. Geen tijd meer om stil te staan. Geen tijd om stil te staan bij eenzaamheid. De kranten staan er vol van. Maar wat wordt er nou eigenlijk aan gedaan? Hoe wordt het opgelost? De eetstoornissen van jongere mensen nemen hand over hand toe. We weten absoluut de consequenties. Maar de psychische consequenties van wat er nu aan het gebeuren is, hebben we nog niet half in kaart. En daar zullen we de komende jaren mee moeten leren omgaan.
Voor mij betekent het dat we worden teruggeworpen op ons mens-zijn. Daarin gaat het om vragen als ‘Wie ben ik nou eigenlijk?’ en ‘Wat is mijn bijdrage?’. Dat gaat niet meer over een functie en het ‘plezier hebben’ of het ‘samen plezier hebben’. Dat gaat om een veel dieper vlak. Alleen op dat diepere vlak zullen we de crises, waar we mee te maken hebben, kunnen overwinnen.
Er worden schulden gemaakt bij het leven. Die moeten vroeg of laat afbetaald worden. Het betekent dat alle concepten, die wij als mens bedacht hebben, sinds enkele honderden jaren zelfs; concepten over democratie, concepten over samenwerking, concepten over dat wij een poldermodel hebben waarbij wij coalities vormen, al die concepten lopen op hun eind. Dat betekent dat iedereen teruggeworpen wordt op zichzelf met de vraag ‘En wat wil ik nou aan de wereld geven?’, ‘Wat gebeurt er eigenlijk als ik er ben?’ en ‘Wat houdt er van om te gebeuren als ik er ben?’. De één brengt stilte. De ander brengt beweging. De derde brengt plezier. De vierde brengt ernst. De vijfde brengt richting. Die brengt orde door te zeggen ‘waar hebben we het over’.
Samenbrengen van unieke kwaliteiten
Zo hebben we allemaal unieke kwaliteiten die verschillen. We zijn echter nu, op de een of andere manier heel erg bezig met alle bevolkingsgroepen die hun stem moeten laten haren, maar er is een kader waarin we niet echt met die verschillen werken. Mensen uit islamitische landen kunnen iets anders dan Nederlanders. Maken we nou gebruik daarvan? Maken zij gebruik van ons? Van die unieke kwaliteit? Kunnen we het daar met elkaar over hebben? Zonder dat je meteen een racist bent. Heel erg moeilijk. Iedereen loopt op z’n tenen om politiek correct te blijven. Terwijl er aan de orde van de dag is ‘Hoe ga ik om met een ander mens, die verschillend is dan ik?’.
Wie zijn we en wat vind je dat je te brengen hebt?
En over de vraag ‘Wat vind ik eigenlijk wat ik te brengen heb?’. Daar komt altijd een soort schaamte om de hoek als mensen daarover willen praten. Dan is het ‘Dat valt wel mee’, ‘Nou, zoveel heb ik niet in de melk te brokkelen’. Laten we die schaamte achterwege laten en word jezelf bewust van wat jij brengt als je in een groep zit. ‘Als jij ergens binnenkomt, wat breng jij dan?’ Laten we dat als kwaliteit zien, die je hopelijk ook in een functie kan neerzetten. Of, als je hulp wilt verlenen, moet je dat als vrijwilliger doen? Naast je werk? Terwijl je heel erg goed bent om empathisch te luisteren, moet je dat naast je werk doen. Dat is vreemd.
En stel je voor dat je in de zorg werkt, uit de IC komt en al die mensen op straat ziet. Dan word je razend. Kun je daar nog het gesprek mee aangaan? Ik denk dat heel veel mensen dat niet meer doen.
Al die discrepanties of incongruenties worden levend zichtbaar op dit moment. Daar hebben heel veel mensen heel erg veel last van. Het zijn die gaten waarvan ik denk dat ze groter worden, zodat we genoodzaakt worden om weer terug te keren naar onszelf en ons vragen te stellen. ‘Wie zijn we?’ En vooral de vraag ‘Wat heb je bij te dragen?’.
Dit is waar ik op dit moment sta als ik een verhaal moet maken over deze tijd. Het is het begin van de zomer. De bloesem is volop aanwezig. Het lijkt wel alsof alles uitbot. En bot alles nu ook uit, zoals de natuur uitbot, tussen de mensen of is het tussen de mensen behelpen geblazen en heel benauwd. Het is dát wat ik op dit moment beleef.
Hieronder kun je de aflevering terugluisteren, inclusief vraaggesprek. De opname duurt 24 minuten.